fbpx
Tickets bestellen
Adres
Lange Voorhout 74
2514 EH Den Haag
T: 070-4277730
E: info@escherinhetpaleis.nl

Band van Möbius II

Belvédère

In een aantal van zijn prenten was Escher heel doelgericht bezig om zijn publiek te bedotten, door zijn onmogelijkheden zo te verpakken dat ze op het eerste oog echt zouden kunnen bestaan. Belvédère is daar een ijzersterk voorbeeld van. Een driedimensionaal gebouw dat op een plat vlak prima afgebeeld kan worden, maar als ruimtelijk figuur onmogelijk is. Escher illustreert die tegenstelling prachtig met het mannetje op het bankje. Voor hem ligt een tekening van een onmogelijke kubus, een vorm die op papier kan bestaan maar in het echt niet. Toch houdt hij zo’n kubus vast. Escher combineert hier meerdere variaties van onmogelijkheid in één beeld. Hij doet dat echter heel subtiel. Hij daagt de kijker uit om na te gaan wat kan en wat niet kan. Kijk naar de bovenkant van het gebouw en naar de onderkant, met het terras, de muren, de kerker en de trap. Twee perspectivisch correcte beelden die door de ladder en de zuilen tot een onmogelijk geheel gemaakt worden.

Lees meer over Belvédère

Tekenen

In de litho Tekenen komen twee gedetailleerde, levensechte handen los van het papier. Op zorgvuldige wijze schetsen ze met enkele lijnen elkaars mouwen, die wel binnen de grenzen van het papier blijven. De linkshandige Escher gebruikt zijn rechterhand hier als model. Waar de handen driedimensionaal zijn weergegeven, blijven de mouwen juist plat. Hierdoor ontstaat de verrassende illusie dat de handen daadwerkelijk elkaar aan het tekenen zijn.

Lees meer over Tekenen

Balkon

Balkon is een van de eerste prenten die Escher creëert na de Tweede Wereldoorlog. Voor deze litho keert hij terug naar een reis die hij maakt in 1935, naar het stadje Senglea op Malta. Escher gebruikt het uitzicht op de huizen van deze stad en hun balkons als basis. Het midden van de prent is sterk uitvergroot, alsof er een bolvormige loep op ligt. Zijn fascinatie voor bolspiegels is ook in deze prent duidelijk merkbaar. Het lijkt alsof iemand een deuk heeft geslagen in de achterkant van de prent. De illusie van het anders zo realistisch weergegeven stadje wordt hiermee verstoord. Hoewel de deuk levensecht lijkt, blijft het papier in werkelijkheid vlak. Met dit soort ingrepen wilde Escher de kijker bewust laten worden dat een ruimtelijke weergave op papier fictie is; een suggestie van de realiteit.

Lees meer over Balkon

Metamorphose II

In 1937 creëert Escher zijn houtsnede Metamorphose I, de eerste van wat er uiteindelijk drie zouden worden. In alle drie de prenten neemt Atrani een prominente plek in, het stadje aan de Amalfitaanse kust dat hij meermaals bezoekt. In de winter van 1939-1940 volgt Metamorphose II. Waar I nog een begin- en een eindpunt heeft, daar vormen II en III een kringloop. Vanuit het woord ‘metamorphose’ ontstaat een reeks vormveranderingen, waarbij Escher gebruikt maakt van regelmatige vlakvullingen. Bekende vormen die in zijn werk vaak terugkeren, spelen in deze prent allemaal een rol: reptielen, vissen, insecten en vogels. Door middel van een speelse gedachteassociatie laat Escher de stad veranderen in een schaakbord, dat vervolgens weer verandert in de letters van het beginwoord. In de winter van 1967-1968 volgt Metamorphose III, dat een verlengde versie is van II.

Waterval

De grote kracht van Escher is dat hij wiskundige concepten en soms vrij abstracte ideeën weet te vertalen naar een spannende visuele vorm. In Waterval begint hij met een onmogelijke driebalk, een vorm die op papier kan bestaan maar in het echt niet. Hij verstopt drie van deze vormen in een herkenbare constructie, een combinatie van een aquaduct en een watermolen. Daarom valt het niet direct op dat het water hier omhoog stroomt.

Op de achtergrond is een heuvelachtig Italiaans landschap te zien en ook gebruikt Escher de zogenaamde ‘broodjesoverkoepelingen’, ronde daken die typerend zijn voor de Italiaanse Amalfikust. De opvallende planten links zijn een uitvergroting van mossen die Escher in het bos bij zijn Nederlandse woonplaats Baarn zag. Door die vermenging van mogelijkheid en onmogelijkheid, van realisme en fantasie en van werkelijkheid en onwerkelijkheid, creëert Escher een prent die je nooit meer vergeet.

Lees meer over Waterval

Drie bollen II

Dat Escher een meester was van de litho, is goed te zien in Drie bollen II. Met deze grafische techniek geeft hij de verschillende materialen van de bollen op overtuigende wijze weer. Ook de reflectie van elke bol drukt hij met grote nauwkeurigheid uit. De transparante linkerbol is voor een deel gevuld met water, dat een deel van de omgeving weerspiegelt. De rechterbol is mat en laat alleen een schaduw achter. In het midden weerspiegelt de bol juist de volledige omgeving. Hierin zien we Escher, werkend aan de prent.

Reptielen

In Reptielen brengt Escher een van zijn vlakvullingen tot leven. In een opengeslagen tekenschrift zien we een vlakvulling, die bestaat uit reptielachtige figuren. Eén van deze wezens weet te ontsnappen aan de platte, tweedimensionale wereld van de tekening. Het klimt op een stapel boeken en keert vervolgens via verschillende objecten terug naar het schrift. Eenmaal aangekomen kruipt het driedimensionale wezen weer in de tekening, waarmee het zijn ruimtelijkheid opgeeft en opnieuw plat wordt.

Escher zet zijn vlakvullingen wel vaker om tot beeldverhalen. In prenten zoals Dag en nacht, Ontmoeting en Metamorphose I, II en III transformeert hij platte, wiskundige vormen tot herkenbare wezens.

Lees meer over Reptielen

Prentententoonstelling

In Prentententoonstelling is een aantal werken uit Eschers oeuvre tentoongesteld in een galerij. Links bekijkt een aandachtige bezoeker de prent Senglea, Malta. Toch blijft het niet alleen bij kijken: de bezoeker staat zelf ook op de prent afgebeeld. Hij kijkt, maar wordt tegelijkertijd ook bekeken. Met een draaikolkbeweging laat Escher de gebouwen overvloeien, waardoor de daken van de stad ook de galerij overkappen. Op die manier wordt de prentengalerij samen met de prent van het Maltese stadje onderdeel van één wereld.

Prentententoonstelling is een goed voorbeeld van Eschers intuïtie voor wiskunde. Hoewel hij maar weinig theoretische kennis bezit van het vak, kan hij toch veel mathematische concepten perfect uitbeelden. Zo toont hij hier een zogenaamd Riemannoppervlak, een wiskundig figuur waarin oneindigheid gevisualiseerd wordt. Hij doet dat echter onbewust en wordt door twee professoren later daarop gewezen. Al puzzelend komt hij tot zijn vorm. Daarmee komt hij heel ver, maar het centrum van de prent heeft hij uiteindelijk niet ingevuld. De prent, en met name het centrum, heeft wiskundigen lang bezig gehouden. In 2002 lukt het een team van Leidse en Californische wetenschappers om dat centrum alsnog af te maken.

Toren van Babel

Ook in zijn vroege prenten komt Eschers liefde voor verrassende en duizelingwekkende perspectieven al tot uiting. Toren van Babel vertelt het bekende Bijbelse verhaal waarin de mens een toren tot in de hemel wil bouwen. God steekt daar een stokje voor door iedereen een andere taal te laten spreken. Dit wordt de Babylonische spraakverwarring genoemd. Het onderwerp was zeer populair in de kunstgeschiedenis. Toch weet Escher er zijn eigen draai aan te geven. Door een extreem vogelperspectief te gebruiken, benadrukt hij de duizelingwekkende hoogte van de toren. Op de top van het gebouw speelt zich het dramatisch hoogtepunt af: de mensen staken verward de bouw, omdat ze elkaar niet meer verstaan.

Lees meer over Toren van Babel

Ontmoeting

In Ontmoeting komen twee compleet verschillende mensen tot een ontmoeting. Beiden maken zich los uit een vlakvulling op de achtergrond, waarin ze elkaar gevangen houden. Ze lopen het toneel op, met daarin een cirkelvormig gat. De pessimist, met opgeheven vinger als waarschuwing, wandelt rechtsom. De vrolijke optimist, met uitgestrekte hand, wandelt linksom. Ze treffen elkaar in het midden, waar ze elkaar ondanks hun verschillen toch de hand schudden.

Lees meer over Ontmoeting

Andere wereld

In Andere wereld verschijnt een maanlandschap door een open, kubusvormig kamertje. Escher houdt ook in deze prent onze hersenen voor de gek. Elke zijde van het kamertje biedt een blik op een uitzicht dat mogelijk is, maar door de drie verschillende perspectieven met elkaar te verbinden, creëert hij een totaalbeeld dat onmogelijk is. Het duizelingwekkende gevoel van de constructie wordt versterkt door de aanwezigheid van een Simurgh, die je van alle kanten kunt bekijken. Escher kreeg een beeldje van dit Perzische fabeldier voor zijn huwelijk in 1924 en liet het vaker terugkeren in zijn prenten.

Lees meer over Andere wereld

Castrovalva

De prent Castrovalva (Abruzzi) bekijk je door de ogen van een wandelaar. Deze wandelaar was M.C. Escher, die gedurende zijn leven veel tochten door Italië maakte. Castrovalva is een plaatsje in de Abruzzen dat uitkijkt over het natuurreservaat van de Gorges de la Sagittario. Eschers visuele wandeling begint op de voorgrond in de linkerhoek, waar hij gedetailleerde planten laat groeien en insecten doet kruipen. Via een smalle weg, die vlak langs een duizelingwekkend steile bergklif loopt, doemt in de verte een indrukwekkende wolkenpartij op over de bergtoppen. In het dal zien we een tweetal dorpjes, maar ook de planten vooraan vragen om aandacht van het oog.

Hoewel deze litho uit 1930 zeer natuurgetrouw lijkt, past Escher een aantal trucjes toe om het effect van dieptewerking te vergroten. Zo worden de steile bergwanden iets overdreven en zijn de planten op de voorgrond wel erg groot. Hierdoor lijkt het alsof alles nóg verder weg ligt.

Hol en bol

In Hol en bol speelt het leven zich af in een Mediterraans stadje. In het linkergedeelte kijken we van boven neer op dat leven, vanuit een vogelperspectief. Het rechterdeel laat ons juist van beneden naar boven kijken. Net als bij Belvédère kunnen de twee helften van de prent op zichzelf wel bestaan (al blijft het een vreemde constructie), maar door ze te combineren creëert Escher een onmogelijke ruimte. In het midden komen de twee perspectieven samen, waardoor de wereld als het ware binnenstebuiten wordt gekeerd. Aan alles kan worden getwijfeld: wat is binnen en wat is buiten? Wat is hol en wat is bol?

Vanaf 1937 raken Eschers prenten steeds meer beïnvloed door kennis uit de exacte wetenschap, zoals wis- en natuurkunde. Hierdoor kan Escher ongemerkt verschillende perspectieven combineren die onmogelijk werelden vormen, zoals in Hol en bol.

Relativiteit

In Eschers wereld kan een muur tegelijkertijd een vloer zijn. Een van de sterkste verbeeldingen daarvan is Relativiteit. In deze prent brengt hij drie werelden samen, elk met een eigen zwaartekracht. Wat onder is, kan vanuit een ander perspectief juist boven zijn en horizontaal verandert zomaar in verticaal. De wonderlijke ruimte wordt bewoond door menselijke figuren. Zij gebruiken dezelfde trappen, maar waar sommigen naar boven gaan, dalen anderen weer af. Hun positie in de ruimte is altijd relatief. In het perspectief waarin ze zichzelf bevinden klopt alles, maar in het perspectief van de ander kunnen ze zich niet verplaatsen. Dan zouden ze vallen. Ze leven letterlijk en figuurlijk langs elkaar heen.

Van deze prent maakte Escher zowel een litho als een houtsnede. Het werk is onderdeel van een reeks prenten waarin hij meerdere perspectieven en kijkrichtingen combineert in één beeld.

Luister naar een podcast over Relativiteit

San Gimignano

In 1922 bezoekt Escher het Italiaanse stadje San Gimignano, tussen Florence en Siena. De tekeningen en schetsen die hij daar maakt, werkt hij thuis uit tot prenten. In deze houtsnede benadrukt Escher de hoge en steile torens van het middeleeuwse stadje, ooit gebouwd als symbool van welvaart en macht. In de donkere lucht lichten de torens fel op, waardoor ze nog indrukwekkender overkomen.

Ringslangen

In 1969 voltooit Escher, 71 jaar oud, zijn laatste werk: Ringslangen. In deze houtsnede kronkelen drie slangen zich door een netwerk van grote en kleine ringen. Zelfs op hoge leeftijd weet Escher met vaste hand de meest nauwkeurige details in het hout te snijden. Voor Ringslangen gebruikt hij drie houtblokken, voor elke kleur één. Door elk blok drie keer rond een centraal punt af te drukken, creëert Escher een aaneengesloten cirkel. Deze perfecte beheersing van de techniek, de symmetrie in de prent en de realistische details maken Ringslangen tot een prachtig sluitstuk van zijn oeuvre.

Luister naar een podcast over Ringslangen

Drie werelden

In Drie werelden (1955) combineert Escher zijn fascinatie voor natuur en spiegelingen. De prent komt voort uit de vele boswandelingen die hij met regelmaat maakt rond zijn woonplaats Baarn. De spiegelende wateroppervlakken van vijvers, meren en modderplassen inspireren Escher. In de prent verbindt hij drie werelden op natuurlijke wijze met elkaar: de vis onder water, de boomblaadjes op het water en de weerspiegeling van de bomen in het water. Hij creëert hierdoor een gelaagde driedimensionale wereld op het platte vlak.

Lees meer over Drie werelden

Hand met spiegelende bol

Hand met spiegelende bol is niet zomaar een zelfportret. In deze litho brengt Escher namelijk twee realiteiten samen: die van de directe waarneming en die van de spiegel. De prent toont Eschers rechterhand, die een spiegelende bol vasthoudt (omgekeerd door de lithoafdruk, zodat het lijkt op een linkerhand). Dankzij de reflectie van deze bol kan de kunstenaar zichzelf zien en daarmee de kamer achter hem. Dit was Eschers atelier aan de Via Alessandro Poerio 122 in Rome. De bolle spiegeling vervormt de kamer: wat dichtbij is, lijkt extra groot en wat verder staat, wordt juist kleiner. In het midden zit Escher zelf, die ons recht aankijkt.

Escher maakte wel meer zelfportretten met behulp van een bolspiegel. Hiermee kon hij zichzelf en de wereld om hem heen onderzoeken. Op typische wijze laat Escher met deze prenten de onverwachte kant van de realiteit zien.

Lees meer over de zelfportretten van Escher

Dag en nacht

In Dag en nacht vliegen witte en zwarte vogels over een Hollands landschap. De witte vogels vliegen naar rechts, door de nacht. Vanuit deze donkere lucht ontstaan zwarte vogels, die naar links de dag in vliegen. In een verticale beweging, op het punt waarin de vogels elkaar ontmoeten, transformeren ze geleidelijk tot de akkers die het landschap vormen. Voor de basis van deze metamorfose gebruikt Escher een vlakvulling. Dit is een motief waarvan de buitenlijnen aan alle kanten naadloos aansluiten en eindeloos herhaald kan worden. Escher noemt de vlakvulling “de rijkste bron van inspiratie” die hij ooit heeft aangeboord.

Deze prent is een voorbeeld van de nieuwe richting die Escher halverwege de jaren 30 in zijn prenten opzoekt. De thema’s eeuwigheid en oneindigheid spelen hierin een steeds grotere rol. Dag en nacht wordt uiteindelijk een van Eschers meest populaire prenten. In zijn leven drukt hij er ruim 600 van af.