In oktober 1925 kan het jonge paar Maurits en Jetta eindelijk beginnen met het inrichten van hun eerste eigen woning. Het is de bovenste verdieping van een huis dat nog in aanbouw is, in een nieuwe buurt op de hellingen van de Monteverde. Het huis aan de Via Alessandro Poerio 100 was schitterend gelegen en keek uit over de vallei van de Tiber. Aan de overkant van de rivier lag de Monte Palatino, met aan de voet de Romeinse wijk Trastevere. Het paar had het huis al eind 1924 gekocht, maar eerst moesten ze wachten tot het af was, waarna het veel te vochtig bleek. Ze lieten het de hele zomer drogen en verbleven die maanden in de Albergo del Toro in Ravello; de plek waar ze elkaar hadden leren kennen.
[*]: het nummer van het huis werd rond 1929 veranderd van 94 in 122. Als Escher het over 94 en 122 heeft, gaat het dus over hetzelfde huis.
[**] en [***]: Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 122