fbpx
Tickets bestellen
Adres
Lange Voorhout 74
2514 EH Den Haag
T: 070-4277730
E: info@escherinhetpaleis.nl
Terug

Albert Bosman en Bruno Ernst

Vandaag begint de Boekenweek, een mooie gelegenheid om eens aandacht te besteden aan een fenomeen dat je steeds minder ziet: ex-librissen. Escher heeft er meerdere gemaakt in zijn leven, meestal voor vrienden en bekenden. De eerste maakte hij al op 17-jarige leeftijd, voor zijn eigen bibliotheek.

Dit exemplaar uit 1946 was voor zijn overbuurman in Baarn, ingenieur Albert Ernst Bosman. Escher toont een opengeslagen boek met de woorden ‘neti neti tat’, een spirituele tekst over de twijfelende mens die op zoek is naar zelfverwerkelijking. Hier gesymboliseerd door een spanrups die zich opricht vanaf de bladzijde. De rups staat in dit geval ook voor de boekenworm, de boekenliefhebber voor wie deze mooie ex-libris gemaakt is. Escher wist het toen nog niet, maar hij zou nog veel te danken hebben aan deze buurman. Bosman zou hem namelijk in contact brengen met Hans de Rijk, de man van de vele pseudoniemen.

Escher leerde hem kennen als broeder Erich, een lid van het klooster van Saint Louis in Oudenbosch. Deze Erich was gefascineerd door de prent Boven en onder, die in zijn klaslokaal hing. Hij kende Albert Bosman en die bracht de kunstenaar en zijn bewonderaar bij elkaar. Het was het begin van een levenslange vriendschap. Onder de naam Bruno Ernst doceerde deze Erich wiskunde aan de pedagogische academie, waar hij ook het wiskundetijdschrift Pythagoras had opgericht. Na hun ontmoeting in augustus 1956 zagen ze elkaar vaak, waarbij De Rijk zich steeds voorstelde als Broeder Erich. Het duurde maanden voordat Escher achter zijn echte naam kwam. Escher werd door deze jonge (hij was 30) broeder geboeid omdat deze in staat was, als leerkracht, moeilijke mathematische zaken eenvoudig uit te leggen. Prent na prent werd tijdens die ontmoetingen besproken en ook de voorschetsen werden erbij gehaald voor een compleet beeld.

Hans de Rijk (1966). Foto: Ron Kroon (ANEFO) - crop van GaHetNa (Nationaal Archief NL)

Veel later, in 1970-1971, zouden de twee het veel systematischer aanpakken. In wekelijkse ontmoetingen werd in twee jaar tijd werd het hele oeuvre geanalyseerd waarbij De Rijk de kunstenaar naar zijn bedoelingen achter elke prent vroeg. Deze zeer vruchtbare gedachtewisseling zou in 1976 leiden tot het veelgeprezen standaardwerk De toverspiegel van M.C. Escher.

Vroege voorbeelden van ex-librissen

Zie ook die van Tony de Ridder

De eerste: Ex-libris M.C. Escher, linoleumsnede in groen, 1917
Ex-libris Heleen van Thienen, linoleumsnede, 1917

Meer Escher vandaag