fbpx
Tickets bestellen
Adres
Lange Voorhout 74
2514 EH Den Haag
T: 070-4277730
E: info@escherinhetpaleis.nl
Terug

Een licht in het donker

Rond 1930 was Escher niet gelukkig. Hij worstelde met zijn gezondheid, het lukte hem niet om werk te verkopen, hij had financiële moeilijkheden en hij had gebrek aan inspiratie. Hij dacht er zelfs over om zijn artistieke carrière helemaal te beëindigen. Het was de kunsthistoricus G.J. Hoogewerff die hem uit zijn dip haalde. Hoogewerff was directeur van het Nederlands Historisch instituut in Rome en kenner van de Hollandse en Vlaamse oude meesters. Hij vroeg Escher om een serie emblemata te maken, zogenaamde ‘praatjes met plaatjes‘. Hoogewerff was lyrisch over het werk van Escher en zag in zijn oeuvre veel kwaliteiten die hij ook terug zag bij de oude meesters. Zo ontstond een samenwerking die veel zou betekenen voor Eschers carrière.

Escher maakte 24 houtsneden en onder het pseudoniem A.E. Drijfhout schreef Hoogewerff bij elke houtsnede een Latijnse spreuk en een Nederlands gedicht. In een lang artikel over het werk van Escher, gepubliceerd in het toonaangevende Nederlandse tijdschrift Elseviers Geïllustreerd Maandschrift, stak Hoogewerff vervolgens de loftrompet over Escher. Het artikel zou veel betekenen in diens erkenning als grafisch kunstenaar. De steun die hij kreeg, gaf Escher het zetje dat hij nodig had om weer door te gaan. Het boek XXIV Emblemata – Dat zijn zinnebeelden werd in de zomer van 1932 gepubliceerd door uitgeverij C.A.J. van Dishoeck in Bussum.

In Emblemata staan prenten als Paddenstoel, Vlinder, Vuurslag en Palmboom. In deze dagen voor Kerst en in aanloop naar het nieuwe jaar is er vandaag aandacht voor een andere houtsnede uit de Emblemata serie: Kaarsvlam.

Een enkel kaarsje, bijna opgebrand, straalt in het donker. Het enige licht komt van de flakkerende vlam en het patroon dat daardoor verschijnt op de ondergrond. Subtiel speelt Escher met stippen en lijnen, maximaal gebruikmakend van het sterke contrast dat mogelijk is in een houtsnede. Het gedicht dat Hoogewerff ervoor schreef, gaat als volgt:

Ik ben mij zelf: een licht.
Gij vindt in mij uw eigen lot bepaald.
Blijf aldus niet voor ’t wezen blind,
dat in mijn schijn U tegen straalt.

De Latijnse spreuk is ‘Vivo! Anima trepidans in me absumitur’. In het Nederlands zou dat grofweg te vertalen zijn als: ‘Ik leef! Een trillende ziel wordt in mij verteerd’.

Overigens worden emblemata juist gekenmerkt door het feit dat de Latijnse spreuk, het Nederlandse gedicht en het beeld samen de betekenis vormen. Het beeld is geen illustratie, maar een schakel tussen spreuk en gedicht. Het een kan niet zonder het ander. Het is aan de beschouwer om de betekenis in zijn of haar hoofd te extraheren uit tekst en beeld. Om zijn houtsneden die brugfunctie te laten vervullen, moest Escher dan ook op zoek naar herkenbare beelden. Beelden die door de context nieuwe betekenis kregen,  zoals een flakkerend vlammetje in het donker.

Meer Escher vandaag