fbpx
Tickets bestellen
Adres
Lange Voorhout 74
2514 EH Den Haag
T: 070-4277730
E: info@escherinhetpaleis.nl
Technieken

De mezzotint

In 1946 gaat Escher voor het eerst in mezzotint werken. Dit is een speciale en arbeidsintensieve diepdruktechniek, waarbij het oppervlak van de koperplaat met een zogenaamd wiegijzer ruw wordt gemaakt. De opstaande randjes die hierbij gecreëerd worden, heten bramen. In de bramen blijft de inkt goed hangen, zodat er een mooi diepe kleur zwart ontstaat. De lichtere delen ontstaan door de bramen weg te halen met een zeer scherp gereedschap, een schraapijzer. Op deze plekken pakt de inkt minder goed. Voor de lichtste deeltjes kan een polijststaal worden gebruikt. Polijsten kan randen verzachten en lichte gradaties in toon maken, zoals het licht dat op het bovenste ooglid in de mezzotint Oog (1946) valt. Door meer of minder te polijsten is het mogelijk om verschillende grijstonen, ofwel halftonen, te bereiken, vandaar de naam ‘mezzo’ (half).

M.C. Escher, Druppel (Dauwdruppel), mezzotint, februari 1948
M.C. Escher, Oog (zevende en definitieve staat), mezzotint, oktober 1946

In Dauwdruppel (1948) is goed te zien hoe rijk, bijna fluweelachtig, het zwart van de ruwste gebieden is. Escher drukte vervolgens (met een pers) de geïnkte plaat op een papier: het vereist een grote hoeveelheid kracht om het papier zo stevig op de plaat te drukken dat de inkt van de ruwe delen volledig van de plaat en op het papier wordt overgebracht. Escher drukte meerdere staten, of stadia, af om zijn voortgang te controleren.
M.C. Escher, Kikkermummie, mezzotint (derde staat), augustus 1946
M.C. Escher, Kristal, mezzotint (tweede staat), december 1947

De mezzotinttechniek wordt ook wel ‘zwarte kunst’ genoemd. De reden hiervoor is dat het zwart zo mooi fluwelig donker is en omdat er van donker naar licht wordt gewerkt. De zwarten en grijzen van de mezzotint kunnen een rijk, bijna fotografisch beeld creëren. Het nadeel van de mezzotinttechniek is echter dat de koperen plaat relatief zacht is. Telkens als hij door de pers gaat, worden de bramen iets platter, waardoor de afdruk lichter wordt. Geen van Eschers mezzotinten werd gedrukt in een oplage groter dan 50 en meestal juist veel minder. Omdat de techniek om de plaat te maken en te drukken zeer moeizaam en tijdrovend is en omdat er maar enkele goede afdrukken van gemaakt worden voordat de plaat te slecht wordt, heeft Escher er maar weinig gemaakt. Acht om precies te zijn.

Geschiedenis

Het mezzotintprocedé werd uitgevonden door de Duitse beroepsmilitair Ludwig von Siegen (1609-1680). Zijn vroegste mezzotintdruk dateert van 1642 en is een portret van Amelia Elizabeth, Landgravin van Hesse-Cassel. Dit portret werd gemaakt in de “licht naar donker”-methode.

Wallerant Vaillant, Zelfportret van Wallerant Vaillant, mezzotint, 1671-1677. Collectie: Rijksmuseum
Abraham Blooteling, Bartholomeus van der Helst, mezzotint, ca. 1670. Collectie: The Metropolitan Museum of Art

Volgens overlevering schijnt het wiegijzer uitgevonden te zijn door Prins Rupert, een beroemde cavaleriebevelhebber in de Engelse Burgeroorlog. Maar de Nederlander Abraham Blooteling wordt ook genoemd. Samen met Wallerant Vaillant maakt Blooteling deze techniek hier bekend. Het proces werd tot het midden van de achttiende eeuw vooral gebruikt om portretten en andere schilderijen te reproduceren. Na deze periode is de mezzotint wat in onbruik geraakt. Peter Ilsted (1861-1933) en Robert Kipniss (1931) zijn twee voorbeelden van latere kunstenaars die deze techniek nog met enige regelmaat toegepast hebben.

Peter Ilsted, Aan het spinet, mezzotint in kleur, 1911. Collectie: The British Museum
Robert Kipniss, Branches, Millerton, mezzotint, 2003. Collectie: Smithsonian American Art Museum

Meer technieken