Dit tableau krijgt Escher naar aanleiding van een grote opdracht: in de winter van 1959-1960 ontwerpt hij namelijk een tegeltableau met vissen en vogels voor de Dirk Schäferstraat 59 in Amsterdam-Zuid. Het tableau maakt hij in opdracht van Wolbert J. Vroom, een groot liefhebber van Eschers werk, die op zoek is naar een zwart-witte voorstelling om de gevel van zijn nieuwgebouwde villa mee te verfraaien.
Escher stelt voor om het tableau op zijn prent Lucht en water I (1938) te baseren, waarin vissen geleidelijk in vogels veranderen. Het ruitvormige ontwerp voegt beweging toe aan de rechte vormen van de moderne villa en Eschers vlakvullingen lenen zich goed voor een tegelpatroon. Al snel wordt de Delftse aardewerkfabriek De Porceleyne Fles (nu: Royal Delft) erbij betrokken, waar de tegels gemaakt worden. Hier werkt Escher vaker mee samen, onder andere voor betegelde zuilen voor de Johanna Westermanschool (nu: Maris College) te Den Haag en later ook voor het Baarnsch Lyceum. Na een maandenlang proces wordt het tableau in het voorjaar van 1960 opgeleverd. De heer en mevrouw Vroom, Lau Peters (de architect van de villa) en M.C. Escher zijn bij de onthulling aanwezig. Het grote tegeltableau aan de Dirk Schäferstraat is ook nu nog steeds te zien aan de gevel van het pand.
Eschers is enthousiast over het eindresultaat, wat blijkt uit het feit dat een kleiner tableau met dezelfde tegels van De Porceleyne Fles dankbaar door hem wordt ontvangen. In zijn brief aan de heer Holland van De Porceleyne Fles schrijft Escher op 15 maart 1960: ‘Ook vergat ik U mijn dank te betuigen voor het doen samenstellen van het kleine tableau. Ik ben daar erg blij mee en zie het verlangend tegemoet!’ Dit tableau geeft Escher een prominente plek in zijn atelier, waar het nog jarenlang zal hangen en waar hij meermaals mee gefotografeerd wordt. Ook verhuist het mee naar het Rosa Spier Huis, de woon- en werkgemeenschap van kunstenaars en wetenschappers te Laren, waar de laatste fase van zijn leven doorbrengt.