Deze website gebruikt cookies

Wij maken op deze website gebruik van cookies en vergelijkbare technieken om bezoek te analyseren en om je relevante boodschappen te tonen op social media. Door op 'Alles accepteren' te klikken geef je toestemming voor de plaatsing ervan en het verwerken van op deze wijze verkregen persoonsgegevens, zoals in ons privacy- & cookiestatement wordt vermeld.

Onze privacy- & cookiestatement:

Leven en reizen van Escher

Leven en reizen van Escher

introtekst...

Escher en de Waddeneilanden

1914-1922

Escher en de Waddeneilanden

De Waddeneilanden zijn vijf eilanden in het noorden van Nederland die een thuis vormen voor de eilanders, maar vooral ook een geliefde vakantiebestemming zijn. De Wadden vormen een stukje Nederland dat als buitenland aanvoelt, alleen al vanwege de bootreis die je moet maken om op een van de eilanden te komen. Ook in het jonge leven van M.C. Escher was het gebied een populaire bestemming. 

De start in Haarlem

1919

De start in Haarlem

September 1919 was een levensveranderende maand voor Maurits Escher. Zijn eerste lessen in de bouwkunde aan de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten in Haarlem vingen op 6 september aan en op 17 september verhuisde hij dan ook naar de stad. In Haarlem ontwaakte de kunstenaar in hem pas echt, al bleek bouwkunde daarvoor een valse start.

De baard van Escher

1923 - 1972

De baard van Escher

M.C. Escher was een fanatiek baarddrager. Misschien was hij zelfs wel een hipster te noemen, lang voordat het woord werd uitgevonden. In zijn jonge jaren kon je zijn karakteristieke silhouet al uittekenen: een lange magere man met een flinke neus, een warrige haardos en altijd in pak. En dus bekroond met een puntige baard die zijn voorkomen nog verfijnder maakte.
 

Huizen in Rome

1924 - 1927

Huizen in Rome

In oktober 1925 kan het jonge paar Maurits en Jetta eindelijk beginnen met het inrichten van hun eerste eigen woning. Het is de bovenste verdieping van een huis dat nog in aanbouw is, in een nieuwe Romeinse buurt op de hellingen van de Monteverde. Het huis aan de Via Alessandro Poerio 100 had een prachtige ligging, met uitzicht over de vallei van de Tiber. 

Zomer in Zwitserland

1930

Zomer in Zwitserland

Het jaar 1930 werd voor Escher en zijn zonen George en Arthur gekenmerkt door ziektes: hijzelf had veel problemen met zijn darmen en tanden en de zoons kregen longontsteking, oorontsteking en kinkhoest. Daar kwam bij dat hij nauwelijks wat verkocht en geen opdrachten had. Het gezin bracht een groot deel van de zomer door in Zwitserland. Zodat Escher werkuitstapjes kon maken, maar vooral ter ontspanning. Ze verbleven voornamelijk in Steckborn. Tussen 1927 en 1938 bracht het gezin Escher er vrijwel elke zomer een periode door.

Expeditie naar Gargano

1932

Expeditie naar Gargano

Van 3 tot 13 april 1932 ging Escher mee met een archeologische expeditie naar het schiereiland Gargano onder leiding van de Italiaanse professor Ugo Rellini. Rellini was een van de eerste archeologen die dit bergachtige gebied onderzocht. Het schiereiland staat ook wel bekend als de 'Spoor van de laars' en dringt ongeveer 70 kilometer de Adriatische Zee in. 

Tentoonstelling in het Nederlands Historisch Instituut

1934

Tentoonstelling in het Nederlands Historisch Instituut

Op 12 december 1934 werd er in Nederlands Historisch Instituut te Rome een tentoonstelling geopend met schilderijen en tekeningen van Otto B. de Kat (een persoonlijke vriend van Maurits) en houtsneden en litho's van M.C. Escher. Bij de opening stond een massa mensen te wachten om binnen te komen, hoewel de regen met bakken uit de lucht kwam vallen.

Verhuizing naar Baarn

1941

Verhuizing naar Baarn

Op 20 februari 1941 verhuisden Maurits en Jetta met hun drie kinderen naar de Nicolaas Beetslaan in Baarn. Sinds 1925 had het paar in het buitenland gewoond. De eerste jaren in Rome, daarna in het Zwitserse Château-d’Oex en in Ukkel, een voorstad van Brussel. Door de komst van de oorlog en de dood van zijn ouders, in 1939 en 1940, zag Escher zich echter gedwongen opnieuw naar zijn woonsituatie te kijken. Door de Duitse inval in Nederland en België in mei 1940, voelde het logischer om terug te keren naar zijn geboorteland

De Kultuurkamer

1942

De Kultuurkamer

De bladzijde voor de eerste week van januari 1942 vulde Escher niet met afspraken maar met een lijstje. Hij noteerde voortdurend lijstjes in zijn agenda, maar dit was wel een bijzondere variant. Het bevatte de namen van de kunstenaars die toegetreden waren tot de op 25 november 1941 opgerichte Kultuurkamer. In Duitsland zelf was op 22 september 1933 de Reichskulturkammer opgericht door propagandaminister Joseph Goebbels. Ook de Nederlandse variant moest ten dienste staan van de bezetter en zijn nationaalsocialistische ideologie.

De Franse reis met Jan

1950

De Franse reis met Jan

Op 17 juli 1950 vertrok Maurits samen met zijn jongste zoon Jan, dan 11 jaar, naar Parijs, het begin van een Franse reis net zoals hij die zelf als kind had gemaakt.

Escher op school

1952

Escher op school

In april 1952 werden er 400 afdrukken gemaakt van de litho Tegenstelling (Orde en chaos). Machinaal, vanwege de enorme oplage, maar wel onder toeziend oog van Escher. Het was een opdracht van de VAEVO (Vereniging tot bevordering van het Esthetische element in het Voortgezet Onderwijs) die de prenten zou verspreiden over scholen in Nederland. Op die manier zou de jeugd op een laagdrempelige manier in aanraking kunnen komen met zijn werk.

Lezing in Alkmaar

1953

Lezing in Alkmaar

Op 16 november 1953 houdt Escher een lezing voor de 'Vrienden van het Stedelijk Museum' in Alkmaar, ter gelegenheid van een tentoonstelling van zijn werk. In die jaren lukt het Escher regelmatig om te exposeren in musea, galerieën en universitaire instituten. Vaak in gezelschap van twee of meer collega's uit de vereniging van Nederlandse Grafici. Meestal gaat dit vergezeld van een lezing over zijn eigen werk.

Light in August

1955

Light in August

In een brief aan zoon Arthur van 27 februari 1955 schrijft Escher over Light in August, een roman van William Faulkner uit 1932. In een vertaalde versie: 'Zijn Engels is, voor mijn begripsvermogen in deze taal, echter zó moeilijk, dat ik zijn boeken, tot mijn spijt, in vertaling moet lezen.'

Ridder in de Orde van Oranje Nassau

1955

Ridder in de Orde van Oranje Nassau

Op 28 april 1955 was Escher in zijn atelier aan het werk toen een wethouder en de gemeentesecretaris van Baarn onverwachts op de stoep stonden. Zijn bezoekers vertelden hem dat de koningin hem tot Ridder in de orde van Oranje Nassau had benoemd.

Een bevrijdende tentoonstelling

1955

Een bevrijdende tentoonstelling

Van 5 tot 31 mei 1955 was er in het Stedelijk Museum in Amsterdam een tentoonstelling te zien onder de naam Kunstenaars herdenken 5 mei. Deze viel samen met de eerste nationale herdenking, 5 mei 1955 was namelijk het voor het eerst dat Bevrijdingsdag als nationale feestdag in Nederland werd gevierd. 

Op de s.s. Luna

1957

Op de s.s. Luna

Op 9 augustus 1957 gaat Escher aan boord van de s.s. Luna, die geladen wordt aan de Amsterdamse Surinamekade. Hij zal ruim zes weken doorbrengen aan boord van dit vrachtschip, dat een reis maakt naar en over de Middellandse Zee, langs een aantal havens in Griekenland.

Kristallografencongres Cambridge

1960

Kristallografencongres Cambridge

Op 19 augustus 1960 hield Escher een voordracht tijdens het Fifth Congress and General Assembly of the International Union of Crystallography. Hij was voor dit congres uitgenodigd door Prof. Dr. Carolina H. MacGillavry, hoogleraar in de chemische kristallografie aan de Universiteit van Amsterdam. 

Oulipo

1960-1965

Oulipo

Op 24 november 1960 werd de schrijverswerkplaats Oulipo opgericht. Deze naam staat voor 'Ouvroir de littérature potentielle' ofwel de 'Werkplaats voor potentiële literatuur'. Het is een los verband van Franstalige schrijvers en wiskundigen die literaire werken maken die aan bepaalde voorwaarden of beperkingen onderhevig zijn. In 1965 werd Escher  benoemd tot erelid van dit gezelschap.

Bootreis met Paul Keller

1961

Bootreis met Paul Keller

Op 15 juni 1961, om 18:05, vertrok Escher samen met zijn vrouw Jetta uit Baarn. Ze namen de trein naar Rotterdam en vanaf daar de nachttrein naar Bern, om 20:03. De volgende ochtend om 7:44 kwamen ze aan in Bern. Daar werden ze opgehaald door Eschers vriend Paul Keller en diens dochter Theresa. 

50 jaar 'De Grafische'

1962

50 jaar 'De Grafische'

Ter gelegenheid van het vijftigjarige bestaan van de vereniging tot bevordering van de grafische kunst 'De Grafische' werd in februari 1962 in het Stedelijk Museum een grote tentoonstelling gehouden. Escher was er natuurlijk bij, net als zijn vriend Gerd Arntz en vele andere grafische collega's. Het was bepaald niet voor het eerst dat de grafici in groepsverband en onder de naam van hun vereniging samen exposeerden, maar voor de jubileumtentoonstelling werd echt groot uitgepakt. Onder de titel Prent waren er in het Stedelijk meer dan 300 werken te zien. 

Vliegende vissen, vogels en bootjes in Haarlem

1962

Vliegende vissen, vogels en bootjes in Haarlem

In januari 1962 maakte Escher vier tekeningen, waarvan hij al direct wist waar hij ze voor wilde gebruiken. Hij had namelijk een opdracht gekregen van de Verenigde Noord-Hollandse Waterschappen die een cadeau aan wilden bieden aan de Provinciale Waterstaat Noord-Holland.

Hilversumse cultuurprijs

1965

Hilversumse cultuurprijs

Op 5 maart 1965 ontving Escher de Hilversumse cultuurprijs. Ter gelegenheid daarvan hield hij een lezing waarin hij weer eens aantoonde hoe grappig hij kon zijn. Toch roept bij velen de naam Escher vooral het beeld op van die bebaarde, strenge en nauwkeurige man die in zijn atelier eenzaam zwoegt aan zijn zinsbegoochelende voorstellingen.
 

Interview in Vrij Nederland

1968

Interview in Vrij Nederland

Op 20 april 1968 verscheen er in Vrij Nederland een lang interview met M.C. Escher door de legendarische journaliste Bibeb. In het interview staan een aantal opvallende quotes die veel zeggen over de man en zijn werk.

De werelden van M.C. Escher

1968

De werelden van M.C. Escher

De tentoonstelling

Op 7 juni 1968 opende De werelden van M.C. Escher, de eerste Nederlandse overzichtstentoonstelling van M.C. Escher, in het Haags Gemeentemuseum. De directe aanleiding was Eschers 70ste verjaardag, op 17 juni dat jaar. Het was zeker niet zijn eerste expositie, maar het was wel voor het eerst dat een belangrijk kunstmuseum op eigen initiatief een overzicht toonde van zijn hele werk, benaderd zowel vanuit de kunstgeschiedenis als vanuit Eschers eigen systematiek.

De werelden van M.C. Escher

1968

De werelden van M.C. Escher

Het boek

Onder dezelfde titel als de overzichtstentoonstelling in 1968, werd op 23 november 1971 het boek De werelden van M.C. Escher gelanceerd in het Haagse Gemeentemuseum. Op 10 december ontving de kunstenaar zelf het eerste exemplaar in het Rosa Spier Huis in Laren. Voordat Escher dit deed was al duidelijk dat het boek een enorm succes zou gaan worden. 

Spelen met puzzels

Spelen met puzzels

‘Vroeger heb ik veel van Grimm gehouden. Als kind, ook als jongen was ik er enorm door gegrepen. Nu herlees ik The Hobbit, van Tolkien, de tocht van die dwergen. Er is geen werkelijkheid bij. Waarom (blik van alle speelsheid ontdaan) moet je met je neus gedrukt worden op die ellendige werkelijkheid. Waarom mag je niet spelen.'
Dit zei Escher in het lange interview met journaliste Bibeb, dat op 20 april 1968 verscheen in Vrij Nederland. 

Liefde voor schaken

Liefde voor schaken

M.C. Escher hield van schaken. Het strategische bordspel was voor hem een prettige vorm van vermaak. Niet alleen was hij in zijn leven lid van meerdere schaakclubs, ook tijdens zijn vele bootreizen was het voor Escher een fijne manier om de tijd door te komen. In zijn kunst komt de voorliefde voor dit zwart-witte bordspel ook terug. Het bekendste voorbeeld is te vinden in zijn Metamorphoses. In deze prenten verbindt hij het Italiaanse stadje Atrani met een toren in zee, die op zijn beurt onderdeel wordt van een schaakopstelling

Linkshandigheid

Linkshandigheid

Escher is op school hardhandig op zijn linkshandigheid aangepakt. Hij werd gedwongen rechtshandig te schrijven en te tekenen. Dat was destijds heel normaal. Hoewel die correcties nauwelijks effect hadden, heeft hij zichzelf later alsnog geleerd om ook zijn rechterhand te gebruiken. Dat bracht hem voordeel in zijn kunstenaarschap.
 

De mens op de maan

De mens op de maan

Of M.C. Escher de landing op de maan in de nacht van 20 op 21 juli 1969 heeft gezien, is niet bekend. Het is wel heel waarschijnlijk. Astronomie boeide hem al zijn hele leven en hij kon uren naar de nachtelijke hemel turen, op zoek naar sterren en planeten. In maart 1961 hield hij een voordracht voor de Baarnse Rotaryclub, waarin hij vol vuur sprak over zijn waarnemingen. Waarnemingen die hij al lang deed, maar die hij tijdens een zeereis naar Canada, in het najaar van 1960, nog heftiger had beleefd.

Escher versus de kunstkritiek

Escher versus de kunstkritiek

M.C. Escher mag tegenwoordig dan wel erg populair zijn bij zowel het grote publiek als bij de kunstkritiek, maar dat was zeker niet altijd zo. Door veel kunstliefhebbers en critici is hij zelfs jarenlang genegeerd. Zijn werk werd weggezet als decoratie en was hoogstens technisch goed gemaakt. Inhoudelijk had hij niets te melden. Die mening is al terug te vinden in de vroegste kritieken uit de jaren twintig en hij bleef terugkeren in de decennia die volgden.