Hier haken we in op data uit het leven en werk van M.C. Escher, kriskras door de tijd maar toch actueel. Geniet het hele jaar door van achtergrondverhalen, anekdotes en weetjes over deze fascinerende kunstenaar.
Op 23 maart 1908 werd Gottfried Wilhelm Locher geboren, een man wiens naam bij het grote publiek nauwelijks bekend is, maar die wel van enorm belang is geweest voor de nalatenschap van M.C. Escher. Locher had er al een glansrijke carrière in de antropologie op zitten, toen hij een aantal belangrijke bijdragen leverde aan die nalatenschap. Hij gaf lezingen en schreef artikelen waarin hij de rijkdom van Eschers kunst op uitstekende wijze wist te duiden. Hij wees op de sterke contrasten in diens oeuvre. Tussen licht en donker, dag en nacht, plat en ruimtelijk, realiteit en illusie, latent en manifest, veraf en dichtbij, oneindig en eindig, orde en chaos, ratio en emotie en tussen hoofd en hart. Locher zag Escher als dé kunstenaar die een brug wist te slaan tussen kunst en wetenschap. Ook was Locher een van de eerste grote Nederlandse Escherverzamelaars, waarmee hij zijn nek uitstak voor een kunstenaar die tot laat in de jaren vijftig nog nauwelijks op waarde werd geschat.
Vandaag is het Museumnacht Kids. Met één ticket kunnen kinderen terecht op meer dan 20 plekken in Den Haag en Voorburg. Escher in Het Paleis doet natuurlijk ook mee. De link tussen kinderen en Escher is heel duidelijk. De graficus kon met net zo'n nieuwsgierige blik de wereld in kijken en hij wist de speelsheid van kinderen vast te houden in zijn magische werelden. Ook naar de natuur keek hij vol verwondering. Een berglandschap, loofbos of grasveld was voor hem nooit zo maar een berglandschap, loofbos of grasveld. Hij zag details die niemand anders zag en hij kon genieten tot in zijn diepste vezels van alles wat de natuur hem bood.
In maart 1951 maakte Escher een prent met de bedrieglijk eenvoudige naam Vlakvulling I. Ik zeg 'bedrieglijk eenvoudig', omdat hij op dat moment al zo'n dertig jaar graficus was en al talloze vlakvullingen had gemaakt. Het principe van de regelmatige vlakvulling vormde de kern van zijn kunstenaarschap, het onderwerp waarnaar hij steeds bleef terugkeren. Waarom dan ineens toch weer een werk dat lijkt te suggereren dat het de eerste keer is dat hij zoiets maakt?
Op 1 maart 1958 overleed Giacomo Balla, een van de belangrijkste kunstenaars van het futurisme. Waarschijnlijk kende Escher hem niet persoonlijk maar hij was wel bekend met zijn werk. Er zijn een aantal verrassende overeenkomsten tussen de futurist Balla en het vroege werk van de graficus Escher.
Op 20 februari 1941 verhuisden Maurits en Jetta met hun drie kinderen naar de Nicolaas Beetslaan in Baarn. Sinds 1925 had het paar in het buitenland gewoond. De eerste jaren woonden het stel in Rome, waar George en Arnold geboren werden. In de zomer van 1935 betrokken ze een woning in het Zwitserse Château-d’Oex en in 1937 verhuisden ze opnieuw. Nu naar Ukkel, een voorstad van Brussel. In 1938 werd Jan daar geboren, zoon nummer drie. Na een min of meer gedwongen vertrek uit Rome, door het opkomende fascisme en de gezondheid van zijn zoons, en de vlucht voor de kou en het isolement in Zwitserland, leek Ukkel een veilige haven. Maar door de komst van de oorlog en de dood van zijn ouders, in 1939 en 1940, zag Escher zich gedwongen opnieuw naar zijn woonsituatie te kijken. Door de Duitse inval in Nederland en België in mei 1940, voelde het logischer om terug te keren naar zijn geboorteland.
Op 22 april 1932 vertrokken Escher en zijn vriend Giuseppe Haas-Triverio voor een maand naar Sicilië, voor beiden een nieuw gebied. Ze beperkten zich tot het noordelijke deel van het eiland, dat ze met het stoomschip Florio vanuit Napels bereikten. Het aantal bezochte plaatsen in de maand die volgde, was indrukwekkend: de universiteits- en havenstad Palermo, het Saraceense stadje Corleone, Cefalù, met zijn beroemde kathedraal, het Griekse stadje Tindari, de badplaats Milazzo, het eiland Lipari, het zo mooi gelegen Taormina, de omgeving van de Etna, Giarre, met de sporen van de vulkaanuitbarsting in 1928, Randazzo, met de huizen gebouwd van donkergekleurde lava, de lavaformaties bij Bronte, Cesarò, Roina, Cerami, Nicosia, waar de bewoners een Lombardisch dialect spreken, Sperlinga, Enna, Gangi, Petralia Sottana, Sclafani, Segesta, met de Griekse tempel en Caltavuturo. In die maand maakte hij drieëntwintig schetsen die hij in de winter van 1932-1933 uitwerkte in 12 prenten. Samen geven ze een goed beeld van het bezoek aan het eiland dat op hem en Haas-Triverio zo'n grote indruk had gemaakt.
In oktober en november 1954 vond de eerste solotentoonstelling van Escher plaats in de Verenigde Staten, in de Whyte Gallery in Washington. Het initiatief daartoe werd genomen door de Amerikaan Charles Alldredge, die zich tot fan en verzamelaar had ontwikkeld na het lezen van artikelen over Escher in Time en Life in 1951. De twee begonnen een correspondentie en Alldredge ontwikkelde zich tot een soort manager van Eschers belangen in de VS. Na de succesvolle tentoonstelling in de Whyte Gallery kreeg hij het steeds drukker met het behartigen van die belangen. In 1956 kwam daar een flinke piekbelasting voor hem bij. Alldredge was namelijk gevraagd om mee te werken aan de verkiezingscampagne van senator Estes Kefauver die een poging deed de Democratische kandidaat te worden voor de presidentsverkiezingen.
Ter gelegenheid van het vijftigjarige bestaan van de vereniging tot bevordering van de grafische kunst 'De Grafische' werd in februari 1962 in het Stedelijk Museum een grote tentoonstelling gehouden. Escher was er natuurlijk bij, net als zijn vriend Gerd Arntz en vele andere grafische collega's. Het was niet bepaald voor het eerst dat grafici in groepsverband en onder de naam van hun vereniging samen exposeerden, maar voor de jubileumtentoonstelling werd echt groot uitgepakt. Onder de titel 'Prent' waren er in het Stedelijk meer dan 300 werken te zien.
De Gedichtendag, komende donderdag 31 januari, vormt de start van de Poëzieweek. Met talloze activiteiten wordt de poëzie gevierd en gestimuleerd. M.C. Escher was geen dichter maar hij had wel een broer die zich zo mocht noemen. Johan George Escher (1894-1969, meestal George genoemd), de oudste zoon uit het tweede huwelijk van George Arnold Escher met Sara Adriana Gleichman. Die heeft twee dichtbundels uitgegeven. De eerste, Het bezwaarde hart, werd door uitgeverij Van Dishoeck in 1937 uitgegeven. De tweede, Oude en nieuwe gedichten, verscheen vlak voor zijn dood in 1969. Voor het debuut maakte broer Maurits het titelblad.
Van alle thema's en onderwerpen waarop Escher zich in zijn carrière had geworpen is er wat hem betreft boven uit stak: de regelmatige vlakverdeling. Hij heeft werkelijk talloze experimenten uitgevoerd om de vele manieren te onderzoeken waarop een vlak gevuld kon worden met patronen van geometrische vormen. Dat deed hij in de vorm van tekeningen die hij maakte in schriften. In dat proces, en daar zit de grote kracht van M.C. Escher, wist hij die geometrische vormen om te zetten in herkenbare figuren. Aanvankelijk nog heel grof maar naarmate hij er meer bedreven in raakte werden de vissen, vogels, hagedissen, kevers, vlinders, paarden en andere dieren en vormen steeds verfijnder.De tekeningen waren een vorm van onderzoek maar hij haalde er ook ideeën uit voor nieuw werk of voor commerciële opdrachten. In januari 1962 maakte hij vier tekeningen, waarvan we er hier twee tonen, waarvan hij al direct wist waar hij ze voor wilde gebruiken.