In mei 1954 werkt Escher aan Omhulsel. Hij was geïnspireerd door The Invisible Man, een sciencefictionroman uit 1897 van de Britse auteur H.G. Wells. Daarin is een onzichtbare man slechts zichtbaar door de omhulsels die hem bedekken.
‘Als de spiraalvormige schil van een vrucht, als een hol, fragmentarisch beeldhouwwerk, zweeft een vrouwenbeeltenis door de ruimte. De dieptewerking wordt versterkt door een naar de gezichtseinder wijkend wolkendek.’
In Band, een litho van weer een jaar later, voegde hij zichzelf toe zodat er een paar ontstaat. Daarin loste hij ook het probleem op dat hem dwars zat bij Omhulsel. Daarin zijn de losse uiteinden van de zwachtel te zien. Band heeft een strook zonder einde, een kringloop die eeuwig is.