De buste van ‘Jojo’
Op 23 juli 1926 wordt George Arnold Escher geboren, de eerste van de drie zonen van Maurits en Jetta. Hij werd vernoemd naar grootvader Escher en naar Nol, Maurits’ broer die het jaar daarvoor verongelukt was tijdens een bergwandeling. Op stoïcijnse wijze laat Escher aan zijn ouders weten dat hij blij is*:
“Het is een adorabel, lief en mooi kind. Volstrekt geen mormel.”
Omdat Jetta haar zoon niet mocht voeden, werd er een min aangenomen die Escher zeven maanden later slechts met grote moeite weer hun huis uit wist te krijgen. De bevriende kunstenaar Jobs Wertheim maakte drie jaar later een portret van ‘Jojo’, de koosnaam van George. Dat portret is voorzover bekend niet bewaard gebleven.
Aan zijn vriend Bas Kist schreef Escher op 4 mei 1929**:
“Deze Wertheim exposeert binnenkort zijn werk van de laatste winter te Rome in de Academie te A’dam; daaronder bevindt zich ook een uitstekend gelijkend portretje van mijn oudste zoon; ga eens kijken; hij is m.i. een man van toekomst, ernstig en talentvol (Wertheim bedoel ik ik) (mijn zoon is natuurlijk een genie).”
Een andere bevriende kunstenaar, stadgenoot Mario Montemurro, maakte in 1930 een gipsen buste van zijn zoon. Van dat beeld staat een foto in een van de fotoalbums van Escher. Ook maakte Montemurro er een van Jetta, een beeld dat model zou staan voor de litho Band in 1956.
Bronvermelding
[*] en [**] Wim Hazeu, M.C. Escher, Een biografie, Meulenhoff, 1998, blz. 134